In de haven van Santander hebben we heerlijk een aantal dagen genoten van het Spaanse rustige leventje. De stad Santander is prachtig, met z’n grote imposante gebouwen. Met onze Deense buren een taxi gedeeld om boodschappen te doen in een enorme Supermarkt Carefour. Zo groot dat je blij bent na een half uur een pak melk en een pond tomaten te hebben gescoord. De tocht naar Gijon zal 90 mijl zijn, te lang voor een dagtocht, en goede alternatieven zijn er niet, ook niet om te ankeren, dus maken we er een nachttocht van. Na een heerlijke warme maaltijd vertrekken we rond 15:00 uur.
Het beloofd een prachtige nacht te worden, helder blauw en prima windje. Rob neemt de eerste shift en ik duik lekker m’n slaapzak in. Om 24:00 wisselen we de wacht en als een ervaren nacht-zee-zeilster , die Golf van Biskaje heb ik toch maar mooi gefikst, neem ik positie in. Ik check zoals procedure ieder kwartier de meters en de zee. De grote tankers laten me dit keer met rust, helaas laat de maan me ook in de steek. Die snapt mijn schema nog niet helemaal. Dus Maan luister: OM de BEURT heb ik de shift van 24.00-03.00, en dan graag schijnen alsjeblieft, porfavor. En dan… lig je stil, gewoon hartstikke stil, midden op zee. Speed: 0,1 knoop. Wat er allemaal in een tiende van seconde door je heen kan gaan (zandbank, zeewier, zeemonster..) Er klotst wat water van achteren de boot in, zijn natuurlijk de golven die ruimte krijgen. Ik neem positie achter het roer, zie de meters en zie dan dat de wind uit een totaal andere richting komt, en staat dus vrolijk aan de verkeerde kant van het zeil te blazen. Rob wakker maken, het is niet anders. “Schat, we moeten iets doen met de zeilen, kom je even.. “ Ik probeer zo rustig mogelijk te klinken, en er is tenslotte ook niks aan de hand zou je zeggen. Als dit overdag gebeurt, zie je het ten eerste aankomen, en neem je maatregelen, gooi je het zeil om, klaar. Maar op zee, in de pikdonkere nacht is alles anders en kun je je niet goed orienteren. Rob doet meteen het deklicht aan en komt naar buiten. Onderwijl heb ik de motor vast aangedaan en probeer de wind weer in de zeilen te krijgen, wat niet echt lukt. We moeten gijpen, en dat doen we om veiligheidsredenen met een ingedraaid grootzeil. Dus zeil indraaien, bulletally los op geleide van het inhalen van de grootschoot (Rob moet hiervoor naar het voordek, vind ik erg spannend met die golven), de wind neemt de giek al mee naar de andere kant, dan bulletally weer vast, zeil uitdraaien, grootschoot weer vieren, klaar. Koers weer oppakken en we gaan weer. Toch een beetje bibberig van de schrik duik ik m’n bedje weer in, oogjes dicht, even geen zeemonsters meer..
Het beloofd een prachtige nacht te worden, helder blauw en prima windje. Rob neemt de eerste shift en ik duik lekker m’n slaapzak in. Om 24:00 wisselen we de wacht en als een ervaren nacht-zee-zeilster , die Golf van Biskaje heb ik toch maar mooi gefikst, neem ik positie in. Ik check zoals procedure ieder kwartier de meters en de zee. De grote tankers laten me dit keer met rust, helaas laat de maan me ook in de steek. Die snapt mijn schema nog niet helemaal. Dus Maan luister: OM de BEURT heb ik de shift van 24.00-03.00, en dan graag schijnen alsjeblieft, porfavor. En dan… lig je stil, gewoon hartstikke stil, midden op zee. Speed: 0,1 knoop. Wat er allemaal in een tiende van seconde door je heen kan gaan (zandbank, zeewier, zeemonster..) Er klotst wat water van achteren de boot in, zijn natuurlijk de golven die ruimte krijgen. Ik neem positie achter het roer, zie de meters en zie dan dat de wind uit een totaal andere richting komt, en staat dus vrolijk aan de verkeerde kant van het zeil te blazen. Rob wakker maken, het is niet anders. “Schat, we moeten iets doen met de zeilen, kom je even.. “ Ik probeer zo rustig mogelijk te klinken, en er is tenslotte ook niks aan de hand zou je zeggen. Als dit overdag gebeurt, zie je het ten eerste aankomen, en neem je maatregelen, gooi je het zeil om, klaar. Maar op zee, in de pikdonkere nacht is alles anders en kun je je niet goed orienteren. Rob doet meteen het deklicht aan en komt naar buiten. Onderwijl heb ik de motor vast aangedaan en probeer de wind weer in de zeilen te krijgen, wat niet echt lukt. We moeten gijpen, en dat doen we om veiligheidsredenen met een ingedraaid grootzeil. Dus zeil indraaien, bulletally los op geleide van het inhalen van de grootschoot (Rob moet hiervoor naar het voordek, vind ik erg spannend met die golven), de wind neemt de giek al mee naar de andere kant, dan bulletally weer vast, zeil uitdraaien, grootschoot weer vieren, klaar. Koers weer oppakken en we gaan weer. Toch een beetje bibberig van de schrik duik ik m’n bedje weer in, oogjes dicht, even geen zeemonsters meer..